LHNO "de Korenschoof"
Over de geschiedenis van "de Korenschoof"hieronder een artikel uit het jubileumboek van de RSG, geschreven door dhr Paul de Vries. Van de foto's verderop op de pagina zijn de gegevens onbekend.
“Wij Juliana, bij de Gratie Gods, Koningen der Nederlanden, Prinses van Oranje Nassau, enz., enz.” Dit was de aanhef van een brief van de Koningen, eigenlijk van de minister of een andere functionaris. De brief kwam terecht op het bureau van de Veenkoloniale Boerenbond in Veendam. Hoe zo in Veendam? Dat kwam omdat de Boerenbond in deze plaats het landbouwhuishoudonderwijs in een deel van Groningen onder zijn hoede had. Daarbij hoorde ook de voorloper van ‘De Korenschoof’ in Ter Apel. De landbouwhuishoudschool in Ter Apel heeft niet lang de naam ‘De Korenschoof’ gehad. In het begin wordt er gewoon geschreven over de LHNOschool, de school voor het Lagere Huishoud- en Nijverheidsonderwijs. Dat begin is niet eenvoudig aan te wijzen. Dat heeft te maken met de afwijkende constructie van het landbouwonderwijs. Dit type onderwijs valt nog altijd onder het gezag van het ministerie van landbouw ( en nu ook economie en innovatie). Als dus gezocht moet worden naar archiefmateriaal over de Ter Apeler school kom je terecht bij de Veenkoloniale Boerenbond in Veendam. Verrassend. De jaren vijftig worden wel eens als een suffige tijd weggezet, maar op het gebied van onderwijs gebeurde er veel. Ook in Ter Apel. Daarover gaat onderstaand verhaal. In 1952 begon de school in de oude Christelijke U.L.O. aan de Stationsstraat als huishoudschool. Eigenlijk werden al veel eerder cursussen gegeven in koken, naaien en andere huishoudelijke taken. Er was in Ter Apel een voor de hand liggende plaats om met een nieuwe school te beginnen: het klooster. Daar was in de 19e eeuw de eerste lagere school, de H.B.S. was er gestart en daarna dus ook het huishoudonderwijs, in 1923. Een eigen gebouw heeft de school pas gekregen in 1958. Een brief van 27 juli 1954 verhaalt van de aankoop van een houten barak met twee lokalen voor de landbouwhuishoudschool. Daarvoor was een flink bedrag nodig: fl. 22.000,- , naar tegenwoordige waarde € 67.200,-. Een half jaar later stuurt de gemeente een brief naar de inspectrice Nijverheidsonderwijs, mejuffrouw J.P. Schieven. In de enveloppe zitten ook bouwtekeningen voor een gebouwtje met twee lokalen, elk ruim zeven bij negen meter. Er is ook nog wat extra ruimte nodig voor de administratie, toiletten en berging. Allemaal heel sober. Toch zijn de totale, begrote, bouwkosten dan al opgelopen tot fl. 35.000,- Dat is inclusief fietsenberging, beplanting en verlichting. De plannen vorderen langzaam maar zeker, want op 29 augustus 1956 komt er een officiële brief op het bureau van de Veenkoloniale Boerenbond van het ministerie over de oprichting en de subsidiëring van de school in Ter Apel en intussen ook voor Sellingen. De aanhef is: “Wij Juliana, bij de Gratie Gods, Koningen der Nederlanden, Prinses van Oranje Nassau, enz., enz.” De brief heeft een lange inleiding en dan staat er : “Overwegende dat de behoefte aan de genoemde school (dus de LHNO school) voldoende is gebleken om de verhoging van de Rijksuitgaven verbonden aan de subsidiering te rechtvaardigen, gelet op art 25 2e lid van de Nijverheids-onderwijswet … hebben goedgevonden en verstaan de oprichting en instandhouding van een landbouwhuishoudschool te Ter Apel onder beheer van bovengenoemde vereniging de Veenkoloniale Boerenbond te Veendam. De subsidie gaat in per 1 januari 1956. De brief is ondertekend door een ambtenaar namens minister Van Oven en de Koningin. En zo is de huishoudschool dan begonnen in haar eigen gebouw. De school zit al bijna een jaar in het gebouw als de huur nog definitief moet worden geregeld. (fl. 1200.- per lokaal per jaar.) De vraag naar dit onderwijs is groot, er komt per 1 september 1957 al een derde lokaal bij. De regeling van de huur komt mij wat vreemd voor: immers de financiering is al geregeld als subsidie. Tot zover over het begin van een school die nu ook deel uitmaakt de RSG. Het is dan nog een school waarvan we geen namen van docenten en leerlingen kennen. Maar tussen 1962 en 1968 gebeurden er in Ter Apel bijzondere dingen. De Veenkoloniale Boerenbond ondersteunt initiatieven van directrices van de LHNO-scholen om leerlingen en de scholen te stimuleren. Het initiatief kwam eigenlijk van een docent van de school in Ter Apel, Bé Osinga. Hij zei: “Het goed besteden van de vrije tijd is een probleem. Voor de toekomst geldt dat in nog sterkere mate omdat de hoeveelheid vrije tijd niet minder zal worden.” Osinga was een man met profetische gaven. De gedachte was dat de zelfwerkzaamheid van de meisjes bevorderd moest worden. De Tweede Fase in het onderwijs vóórdat hij was uitgevonden. De driehonderd leerlingen die meededen aan OKE-spelen, logeerden in tweetallen bij gastgezinnen. Er moeten dus tientallen families in Ter Apel en naaste omgeving bij betrokken zijn geweest. Het Nieuwsblad van het Noorden noemt het feest op 18 april 1962 een groot succes. In de uitslagen die compleet werden genoemd, zien we dat de prijzen mooi verdeeld werden over alle scholen. De eindwinnares werd de school uit Veendam. De dag werd afgerond met een feestavond in het Boschhuis. De zaal was overvol. De prijswinnaressen van de zang, muziek, toneel en declamatie traden op en ‘werden met veel applaus beloond’. De werkstukken op het gebied van bloemschikken en andere creativiteit werden in een bijzaal tentoongesteld. ‘Op de stoep van het Boschhuis vierde Veendam uitbundig feest. Het was een dag om nog lang over na te praten en om niet gauw te vergeten.’ Osinga werd nog speciaal geroemd door de voorzitter van de VBB, Takens. “Hij was de promotor van deze dag waarop zeer goede prestaties werden verricht.” Er was zelfs een speciaal lied geschreven voor de OKE-dag. We geven hier het eerste couplet: Hallo, hallo, zingt allen mee Het was vandaag voor ons OKE Zes scholen van de VBB Deden er allemaal aan mee In koken, naaien, zang, muziek Of bloemenschikken, gymnastiek Wij willen ‘t wel verklappen hoor, Wij zetten ons beste beentje voor. Twee jaar later kwam het vervolg in Veendam. Omdat de school aldaar gewonnen had. Toen was Slochteren aan de beurt voor de organisatie. Dat was de laatste keer. Ter Apel won daar weliswaar, maar de krachten van de docenten waren uitgeput. Tot een vervolg is het in 1968 dus niet meer gekomen, ondanks alle successen. In krantenknipsels hebben we een paar namen gevonden uit Ter Apel van winnaressen van de eerste OKE-dag: Grietje Wiegers, Gé Drok, Rammie van Veen. De docenten/juryleden worden jammer genoeg niet vermeld. De naam van de directrice die de verantwoordelijkheid voor de hele dag had staat gelukkig wél in de krant. Zij heette mevrouw H.A. Reitsma-Kool. De landbouwhuishoudschool was een succes op de Zuidpunt van Westerwolde. Het was dus noodzakelijk om een groter gebouw neer te zetten. De drie lokalen van 1957 waren niet voldoende meer. Dat nieuwe gebouw is er gekomen en heet intussen ‘De Hoeksteen’. Het werd neergezet op de hoek van Nederveen Cappelstraat en de St. Luciastraat. De Veenkoloniale Boerenbond investeerde opnieuw een fors bedrag. De aanneemsom was fl. 235.000,- Daar kwamen nog diverse posten bij. Bijvoorbeeld de cv voor fl. 26.000,- maar ook een fietsenberging voor fl. 1000,- Waarom er ook een kippenhok moest worden gebouwd is mij uit de archieven niet duidelijk geworden..... Welke vaklokalen had de school? Er was een grote keuken, maar liefst 84m2 . Daar hoorde een provisiekamer bij. Er waren verder een strijk- en waslokaal, twee naailokalen, een paskamer, een theorielokaal en natuurlijk een kantoor voor de directrice en voor de administratie. Een school zonder leer- en hulpmiddelen is maar een lege ruimte. Het Rijks Inkoopbureau hield de uitgaven daarvoor stevig in de hand. Overal waren regels voor. Maar er waren verschillende bedrijven die een offerte mochten maken. Een paar voorbeelden maken duidelijk hoe strak er werd begroot en uitgegeven. Voor de handenarbeid maakte de Fa. Bergman uit Ter Apel een aanbieding waarop o.a. stonden: 24 houtsnijmesjes à fl. 2,45 en 6 schuurkurken à fl. 0,50. De Fa. Timmerman, ook uit Ter Apel maakte lijsten waarop onder veel meer stonden: 24 groentemmers ( plastic) à fl. 5,35, een wonderpan à fl. 11,25 en een kniepertjesijzer à fl. 12,75. Voor de tuin kond een kruiwagen worden geleverd à fl. 57,50 en 3 voetkrabbers à fl. 5,50. Timmerman kon ook nog voor fl. 98,- breinaalden leveren, één gulden per stuk. Geubels, in Groningen, had een begroting voor servies en bestek. Het eindbedrag was, op de cent nauwkeurig, fl. 1795,71. Daarin waren opgenomen een flensjespan à fl. 8,90 en een citroenpers, glas, van fl. 0,35. Een naaimachine was prijzig in die jaren, maar liefst fl. 285,- De school had er zes nodig
Het zilveren jubileum van De Korenschoof. Het Nieuwsblad van 1 maart 1977 heeft een klein verslag van het zilveren feest van ‘De Korenschoof’. Uiteraard zijn er toespraken, in hotel De Posthoorn. De belangrijkste is die van mevrouw C. Kooistra die veel waardering uitspreekt voor mevrouw M. Visser- Timmerman en voor de heer H. Seggers ‘die zich erg hebben ingespannen voor de totstandkoming van de school.’ De burgemeester van Vlagtwedde, H. Flik, loopt al vooruit op latere ontwikkelingen. Hij pleit ervoor om aan de RSG een afdeling voor lager economisch en administratief onderwijs (leao) te verbinden. De feestelijke hoofdmoot van het programma is de tentoonstelling van werk van de leerlingen van de school. Voortdurend wordt in het onderwijs gestreefd naar schaalvergroting. De landbouwhuishoudscholen in Ter Apel en omgeving proberen daarin zelf het initiatief te houden. In 1982 worden er fusiebesprekingen gehouden tussen de directies van de scholen in Musselkanaal, Ter Apel, en de Tweede Exloërmond; de LTS in Musselkanaal sluit zich er bij aan. De besprekingen lopen tamelijk moeizaam. De directies verstaan elkaar redelijk tot goed. Ze hebben commissies ingesteld die overeenkomsten en verschillen inventariseren op het gebied van het onderwijs en een commissie die belast is met de aspecten van lesbevoegdheden en rechtsposities. Deze laatste commissie geeft een afwijzend advies over een fusie. Er blijkt sterke weerstand te zijn onder het personeel. Het resultaat is dat een fusie wordt afgekeurd. Een brief van 14 maart 1983 besluit de Veenkoloniale Boerenbond als bestuur van de school dat er geen fusie komt. Een merkwaardige brief. Ik weet niet of de burgemeester in 1977 al plannen in die richting had. Maar op 17 december 1985 wordt er een merkwaardige brief geschreven door de VBB in Veendam naar het ministerie van O en W. Hij gaat over de vervanging van een oude oliegestookte CVketel. En plotseling wordt in een paar tussenzinnen het einde van ‘De Korenschoof’ aangekondigd. De bond schrijft: “Onze school voor HNO ‘De Korenschoof’ is voornemens op 1 augustus 1986 met de Rijksscholengemeenschap te fuseren. Inmiddels is bekend geworden dat de fusie definitief doorgaat. Het advies van de Rijksgebouwendienst is om een gasgestookte CV te plaatsen.” Dat is dus het einde van de LHNO-school ‘De Korenschoof’. De fusie van de school met de RSG is soepel verlopen, aldus Henk Tieben. Hij is nog altijd verbonden aan de RSG als teamleider van de 1e en 2e klassen VMBO, terwijl hij begon als docent Nederlands aan ‘De Korenschoof’ in 1977, nog maar 21 jaar oud. Hij spreekt van een geleidelijk opgaan van de school in de veel grotere RSG. De leerlingen kregen hun meeste lessen gewoon, zoals ze gewend waren, in hun eigen gebouw. De docenten vergaderden afwisselend in het ene en het andere gebouw. Het beleid rond de overgang werd geformuleerd door de directrice van ‘De Korenschoof’, Charlotte Kooistra. Tieben noemt de fusie ‘de kroon op haar werk’. Hij vindt het begrijpelijk dat ze trots was op haar functie als conrector. Tieben herinnert zich reizen, die waren bedacht en georganiseerd door een collega L.O., Dick Stubbe. Deze collega ging een paar keer met een bus vol kinderen en een paar docenten naar de ijsbaan in Assen. Schaatsen en naar de disco. Stubbe vond dat zoiets goed was voor de verbroedering van de leerlingen van beide scholen die nu een geheel waren geworden. Mevrouw Charlotte Kooistra, die voor het eerst in 1967 wordt genoemd als directrice van ‘De Korenschoof’, treedt in augustus 1986 toe tot de schoolleiding van de RSG. Van haar brieven aan de inspectie en het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen is af te lezen dat ze zich met hart en ziel heeft ingezet voor haar school, haar leerlingen en haar docenten.
Paul de Vries
|
Van de onderstaande foto's zijn geen nadere gegevens bekend. Mocht U een beschrijving kunnen geven dan graag via redaktie apestaartje oudterapel.nl Dan graag het nummer van de foto vermelden. |